janinaus.reismee.nl

Goede voornemens voor 2017 (waarom niet voor morgen?)

Hoi lieve familie en vrienden!

Ik hoop dat jullie fijne kerstdagen hebben gehad, in Nederland, of waar dan ook ter wereld. Ik heb kerst in Melbourne doorgebracht, waar de temperatuur tegen de veertig graden aanliep. Grappig om mensen in korte broek luidkeels ''let it snow'' te horen zingen.

Mijn laatste verhaaltje in 2016 schrijf ik vanuit de bieb op Phillip Island, gelegen aan de zuidkust van Australië. Ik ben inmiddels herenigd met mijn ouders en zusje, maar omdat ik niet actief genoeg ben geweest mag ik onze tijd samen nu niet beschrijven. Ik moet jullie nog vertellen over mijn avonturen in Bris en op de farm! Nu hoor ik jullie denken (ik hoor jullie veel en vaak denken zoals je misschien uit mijn blogs opmaakt..); ''wat saai Jan! Je laatste verhaal in 2016 en je houdt je aan het beschrijven van je belevenissen''. Nou vooruit dan maar, ik zal de Bris- en farmavonturen nog iets langer uitstellen. Of je nou anderhalve maand of twee maanden achterloopt, dat maakt dan ook niets meer uit. In plaats van het vertellen over die tijd, zal ik mijn goede voornemens aan jullie toevertrouwen. Want dat is wel heel origineel!

1. Ik ga mijn backpack ordenen en netjes houden.

2. Ik ga mijn kleren vaker wassen. Het was eigenlijk een geheim, maar ik zal eerlijk zijn: ik heb sinds ik in Australië ben (ruim drie maanden) vier keer gewassen. Als je je bedenkt dat ik slechts een backpack aan kleren bezit... laat maar, dit willen jullie niet eens weten.

3. Ik ga minder geld aan koffie uitgeven.

4. Ik ga een baantje zoeken. Dat is niet alleen een goed voornemen, maar een nood.

5. Ik ga dure appels niet meer voor de goedkoopste variant aanslaan als ik boodschappen bij Coles of Woolworths doe. Dat is namelijk heel eng. En bovendien illegaal.

6. Ik ga vaker koken.

7. Ik ga minder nieuwe kleren kopen. Ook al kosten ze twee dollar op een tweedehands markt; genoeg is genoeg.

8. Ik ga nooit meer één hostelbed boeken voor twee personen. Dat is namelijk heel eng. En bovendien illegaal.

9. Ik ga een campervan kopen.

10. Ik ga minder bierties drinken. Of sporten. Een van de twee. Ik wil namelijk dat mijn wijdgekochte spijkerbroek weer staat zoals hij bedoeld is.

Goed, dit waren de voornemens op het backpackgebied. Maar daar blijft het natuurlijk niet bij. Ik heb meer over de wereld en mezelf geleerd (voornamelijk in Aus), wat ik volgend jaar graag wil proberen toe te passen.

1. Ik word een minder ongeduldig persoon. Dat is niet alleen een goed voornemen, maar een nood.

2. Ik ga zoveel mogelijk van de wereld zien, die is namelijk SUPER mooi.

3. Ik ga zuiniger om met het milieu en de natuur. Het is veelal onbewust, maar er wordt veel onnodige schade toegebracht aan dat wat ons gegeven is. Ook door mij, helaas.

4. Ik ga me minder zorgen maken om zaken die het niet waard zijn om me zorgen over te maken. Ik reis al drie maanden met een nuchtere Twentse, dan leer je dat vanzelf.

5. Ik ga nog meer genieten. Ik merk dat ik onbewust gewend raak aan nieuwe indrukken, waardoor ik ze soms minder waardeer dan ik zou kunnen.

6. Ik ga heel veel nieuwe mensen ontmoeten. Het is leuk en interessant om hun mening over bepaalde zaken te horen. Zo kom je erachter dat er veel meer mogelijk is dan je denkt, dat de gijkte paden niet altijd de juiste paden voor je zijn en dat een mening ook maar een mening is.

Daarnaast hoop ik natuurlijk ook een heleboel dingen te houden zoals ze nu zijn. Zo zal ik proberen met de dag te blijven leven, zo min mogelijk te plannen en te blijven doen wat ik op het moment het liefste doe; reizen.

Hiermee sluit ik mijn laatste blog in 2016 af. Ik wens jullie alvast een goed, gelukkig, gezond en succesvol (dat mag ieder op zijn eigen manier interpreteren) nieuw jaar toe.

Cheers,

Janneke

Rens and Jan in their Jucy van

Joe joe!

Opnieuw in de bieb in Bris. Na twee weken op een farm te hebben gewerkt zijn we terug in onze tweede hometown. De farmverhalen komen later (geloof het of niet, ook het leven op een boerderij in the middle of nowhere kan spannend zijn), want zoals ik eerder al schreef heb ik nog een hoop in te halen; wel 1,5 maand!

Terug naar 16 oktober, de dag dat Rens en ik Cairns eindelijk zouden gaan verlaten. Twee dagen ervoor hadden we in een opwelling besloten een campervan te huren. In die campervan wilden we van Cairns naar Brisbane rijden, waar we drie weken de tijd voor zouden nemen. We vroegen aan de mevrouw in het reisbureau of ze ons aan de goedkoopste camper kon helpen, nou daar is ze in geslaagd!

Vol goede moed stapten we de 16e het filiaal van Jucy binnen. We hadden geen idee voor wat voor een auto we betaald hadden, maar we zagen er al een paar tussen staan die niet verkeerd waren. Totdat we de onze aangewezen kregen, haha... Een oud barrel waar in grote letters op stond: ''Talk is cheap, we're cheaper''. Vraag me niet wie deze pakkende tekst verzonnen had, maar het zorgde geregeld voor wat verbaasde (zo nu en dan nieuwsgierig, zo nu en dan argwanend) blikken onze kant op. Maar goed zo lang een auto maar rijdt toch? We reden terug naar Nomads en gooiden met een mengeling van pijn en blijdschap onze backpacks in ons nieuwe huis op wieltjes. Favo playlist op en gaan met die banaan, dachten we... Want wat bleek; onze auto deed niet waar een auto voor gemaakt is. Na nog geen vijf kilometer (terug naar het hostel) te hebben gereden, begaf de moter het. Op de parkeerplaats van het hostel dat we zo graag wilden verlaten, in het centrum van de stad waar we zo klaar mee waren. Au! Na twee uur op een mechanic te hebben gewacht, hoorden we van hem het nieuws waar we al bang voor waren "you should definetely ask for another car''. Helaas voor ons was Jucy op zondagmiddag niet te bereiken. Er zat dus niets anders op dan een tweede laatste avond in Cairns te vieren. En dat hebben we gedaan, nergens anders dan in onze favoriete club Gilligan's (waar we pas honderdduizendmiljoen keer geweest waren). Maar het was wel leuk.

Op maandag gingen we terug naar Jucy. Het kostte ze wat tijd om de auto te repareren, maar nu zou hij het wel goed doen, zeiden ze. Onze eerste bestemming was Townsville, zo'n 300 kilometer in zuidelijke richting. Rens reed, ik moest nog een beetje wennen aan het links rijden (twee keer tegen het verkeer in rijden had Renske's vertrouwen in mijn rijkunsten tot onder het nulpunt doen zinken). Als echte backpackers zochten we onderweg het internet af naar gratis campings. We vonden er eentje in Saunders Beach, een klein dorpje zo'n twintig kilometer van Townsville vandaan. Om zeven uur kwamen we in het pikdonker op onze bestemming aan. De camping was een grote open plaats met twee toiletten en een buitendouche. Vanzelfsprekend waren we vergeten boodschappen te doen, gelukkig hadden we nog wat brood en hummus. Onze eerste kampeerervaring kon nauwelijks meer back to basic zijn (voor ons gevoel dan...). De volgende ochtend werden we wakker en zagen we eindelijk waar we die nacht hadden geslapen. Een prachtige open plek naast de zee, we genoten intens!

Na vijf dagen Saunders Beach (we hebben tussendoor ook nog een nachtje op Magnetic Island geslapen, niet het beschrijven waard, ook niet voor herhaling vatbaar) (en dus vijf dagen niet douchen) was het tijd om dit mooie plekje te verlaten. We reden door naar Airlie Beach, het dorpje waar de meeste Whitsundays tours starten. Toen we aankwamen was dit even wennen, van zo'n rustige plaats als Saunders Beach naar een stadje waar je (mocht je daar zin in hebben) over de toeristenhoofden kon lopen. Na twee dagen te hebben gespendeerd aan aan het strand liggen, was het tijd voor onze Whitsundays tour. Die tour hadden we in Cairns al geboekt. Voor diegene die niet weten wat de Whitsundays zijn: ''The Whitsundays are made up of 74 Island Wonders, on the beautiful tropical coast of Queensland,Australia. Right in the heart of theGreat Barrier Reef, a visit to the Whitsundays is a feast for the senses. The stunning natural landscapes of coast and islands are dotted with secluded beaches and friendly towns'' aldus tourismwhitsundays.com.au. We hebben drie dagen gezeild, van het ene eiland naar het andere eiland, van de ene snorkelplek naar de andere snorkelplek. We zijn op Whitehaven Beach geweest, een strand dat bekend staat als een van de vijf mooiste stranden van de wereld, we hebben het koraal gezien en met schildpadden gezwommen. Het was een van de mooiste plaatsen die ik tot dusver gezien heb, maar tegelijkertijd ook de plaats die me het meest een dubbel gevoel bezorgde. Het schrijnende is dat wij nog van deze schoonheid kunnen genieten, maar dat het nog maar de vraag is of de volgende generatie dat ook nog kan. Het koraal is stervende. Er waren nog maar enkele felgekleurde plekjes (de kleur die het koraal op foto's op internet heeft) over. De rest was grauw en grijs. Als er niet snel iets in de wereld verandert, is er over een tiental jaren helemaal niets van het eens zo kleurrijke koraal over. Het is zo zonde dat men vaak de put pas dempt als het kalf gezonken is.

De dag na onze boottour reden we door naar Mackay. Ik had in mijn Lonely Planet gelezen dat je hier poffertjes kon eten. Na vijf weken geen typisch Nederlands eten, vonden we dit wel een stop waard. Ondanks (misschien wel dankzij) het Nederlandse eten was Mackay de plaats waar ik voor het eerst de zo beruchte heimwee-aanval had. Na een best lange tijd van huis is dat ook helemaal niet zo gek, maar dat maakte het niet minder pijnlijk. Het moeilijkste vond ik op dat moment dat ik niet wist wanneer ik weer thuis zou komen (nu ervaar ik dat juist als vrijheid) en dat ik dus niets had om me aan vast te houden. Gelukkig zag de wereld er na een nachtje slaap weer een stuk mooier uit.

Van Mackay naar Agnes Water. Toen we hier aankwamen hadden we nog geen idee dat dit onze favoriete bestemming zou worden. Opnieuw waren we te laat vertrokken, opnieuw kwamen we in het aardedonker op een camping in the middle of nowhere aan, opnieuw waren we vergeten boodschappen te doen. Gelukkig hadden we deze keer nog wat havermout en rijstemelk. Na ons maal legden we onze dekens op de grond en keken we omhoog; de ene na de andere ster viel uit de lucht, maar er was geen enkele wens die in me opkwam. Dat is een goed teken toch? Er waren geen medewerkers op de camping, maar in de ochtend kwamen de rangers (twee goedgeheumerde locals) die 's ochtends om zeven uur de campers en tenten langs gingen om geld op te halen. Deze camping kostte 9 dollar per persoon per nacht. Nadat de rangers waren geweest en wij ons tweede havermoutmaal in twaalf uur hadden gehad, kwamen we erachter dat Agnes Water uit een straat bestond. Er was niet veel meer te doen dan aan het strand liggen en naar de lokale pub gaan. We hebben ervan genoten! En oh ja er was ook een kledingwinkeltje. Het is de schuld van dit winkeltje dat Renske en ik onze eerste ''ruzie'' hadden (je moet iets of iemand de schuld kunnen geven toch?). We kochten hetzelfde jurkje wat voor wat onderlinge frustratie zorgde, want wie mocht de jurk die avond (we gingen de sunset watchen met een lifeguard, tja dan wil je er natuurlijk op je paasbest uitzien) aan? Jullie mogen zelf bedenken wie het jurkje droeg, de irritatie was na een kwartiertje in ieder geval uit de lucht.

Helaas moesten we ook hier na een paar dagen weg, omdat we Fraser Island al hadden geboekt. Fraser Island is het grootste zandeiland ter wereld, het is begroeid en er zijn meerdere fresh water lakes. We reden voor drie dagen met vier 4x4's over het eiland. 's Nachts sliepen we in tenten op een camping, maar niet nadat we van onze Goon en een kampvuur hadden genoten.

Onze laatste bestemming in onze van was Noosa. Een plaatsje waar de rijke Australiers hun vakantiehuis hebben. Niet voor niets, het was er prachtig. Dat maakte het extra moeilijk om na een paar dagen door te rijden naar Brisbane, waar we op 5 november ons oud barreltje (waar we ondanks zijn kuren (ik ben vergeten te beschrijven hoeveel lawaai hij maakte bij het optrekken en het remmen, bijna altijd dus) van waren gaan houden) moesten inleveren.

Oh wat was het wennen om na drie weken zoveel vrijheid te hebben ervaren, weer een kamer te moeten delen met vijf anderen. Ik wil erg graag, als ik genoeg gespaard heb, een eigen van kopen. Maar ja sparen kan alleen als er geld binnen komt. En geld komt er meestal alleen binnen als je werkt. Dat is dus waar ik me in het nieuwe jaar mee bezig ga houden; het vinden van een baantje.

Voor nu wens ik jullie allemaal een fijne sinterklaas. Eet wat extra pepernoten voor me, want die hebben de Australiers nog niet uigevonden.

Tot de volgende keer!

Ps: je zult misschien denken; hoe wil jij een van kopen als je constant tegen het richtingsverkeer in rijdt? No worries mate, oefening baart kunst! Al na twee dagen reed ik aan de linker kant, alsof ik nooit iets anders gedaan had...

Sydney > Cairns

Maandag 14 november (donderdag 17 november)

Hey mates (zonder Australisch accent, dat lukt helaas nog niet),

Ik zit in de bieb in Brisbane, terwijl ik hard nadenk over de ideale openingszin. Ik hoor jullie denken; ideale openingszin, waar heb jij die voor nodig Janneke? Nee helaas, ik zie (nog) geen leuke Australiër waar ik een praatje mee wil maken. Ik wil mijn eerste verhaal op janinaus.reismee.nl erg graag met een knaller beginnen. Jammer, plan mislukt. Misschien het volgende verhaaltje. Voor nu zal ik me dan maar houden aan het beschrijven van mijn belevenissen van de afgelopen acht weken, want ik ben vandaag precies acht weken en een dag op dit mooie continent, in dit mooie land.

De afgelopentwee maandenwaren misschien wel de meest intensemaanden van mijn leven.Het klinkt zo mainstream, dat is het misschien ook, maar het is wel de waarheid. Zo veel nieuwe mensen, zo veel nieuwe indrukken, ik besef het me soms nauwelijks. Ik merk dat ik in een soort flow zit, waarin er nauwelijks tijd is om dingen echt te laten bezinken.

Het is grappig om nu, bijna twee maanden nadat ik in Sydney landde, terug te denken aan mijn eerste week in Australië. Ik was toen nog met een groep van twintig mensen, allemaal Nederlanders. We vlogen samen en hadden de eerste week een programma. We hebben onder andere gesurft (ik dacht echt dat ik talent zou hebben, maar dat was toch een beetje een droom die uit elkaar spatte), we zijn naar de Blue Mountains geweest en hebben de nodige verzekering- en bankzaken geregeld. Het was fijn om die eerste dagen gepland te hebben. Het is mijn eerste grote reis en dan is het toch welprettig om in het begin dat stukje zekerheid te hebben.

De jet lag was de eerste dagen best hevig en het in een hostel slapen was ook wel even wennen, al was het toen nog met mensen die ik (een soort van) kende. Omdat we allemaal in hetzelfde schuitje zaten ontstond er al snel een band tussen de mensen in de groep. Na een klein weekje was het toch tijd om uit elkaar te gaan, iedereen had alleen of met elkaar plannen gemaakt.

Ik zou met vier andere meiden naar Cairns vliegen, naar de zon. In Sydney was het toen nog relatief koud, lange broeken weer. Op woensdag vertrok ons vliegtuig. Drie uurtjes later waren we een kleine 2500 km noordelijker waar het zo'n 15 graden warmer was. De eerste twee nachtensliepen we in Gilligan's. We hadden een mooie kamer met balkon en eigen douche, maar de sfeer in het hostel wasvoor24 uur leuk, niet voor langer. De muziek begon 's ochtendsom 8.00 uur en stopte 's nachts om 3.00 uur. Er zat dus niks anders op dan de eerste avondeens flink te gaan stappen, en de tweede ook. Op vrijdag veranderden we van hostel. We gingen naar Nomads, een stukje uit het centrum. Wat een opluchting was dat. De sfeer was super relaxed.

We besloten om van maandag tot en met donderdag een auto te huren. Op maandag reden we een route van zes uur. We reden van waterval naar waterval, dwars door prachtige stukken natuur. ''Het lijkt wel Azie met al die rijstvelden'', zei ik, maar mijn vriendinnen lachten me keihard uit. Het waren geen rijstvelden.

Op dinsdag vertrokken we naar Cape Tribulation, waar we een nachtje in het regenwoud zouden slapen. We stopten onderweg op een mooi strandje, Palm Cove. Als typische toeristen sprongen wedirect in het water. Een paar dagen later hoorden we vanveel mensenom ons heen dat je in deze tijd van het jaar niet kan zwemmen in de zee, vanwege de jellyfish en de stingers. Dat is wel apart hoor hier; al die gevaarlijke en dodelijke dieren. Thuis zeidenveel mensen''pas goed op voor de dieren in Australie'', wat ik altijdeen beetjeoverdreven vond. Nu ik hier eenmaal ben, snap ik toch wel wat ze daarmee bedoelden. Een dag geen dodelijk dier gezien, is een dag niet geleefd.

Vier uur nadat we vetrokken kwamen we aan in Cape Tribulation; ''Where the Rainforest meets the Reef''. Het waser adembenemend mooi, voor het allereerst ervaarde ik echt dat vrije gevoel wat ik zo gehoopt had te ervaren in Australie. We stopten op een strand waar op dat moment niemand anders was. Ik wandelde twintig minuten met aan mijn linkerkant het regenwoud en aan mijn rechterkant de zee.Het uitzicht met de geluiden uit het regenwoud op de achtergrond was goud waard. Helaas (zoals eigenlijk alles hier) niet over te brengen aan het thuisfront. 's Avonds zaten we aan een kampvuur op het strand, samen met twee Zweden, een Australier en een Canadese die we hadden ontmoet. Glaasje Goon (4L wijn voor 12 dollar uit een plastic zak), wat Zweedse zoutesnoepjes, het leven is mooi.

De volgende dag reden we naar Port Douglas. Het regenwoud zou het regenwoud niet zijn als het weer niet plotseling omsloeg. Van een stralend zonnetje naar plenzende hoosbuien. Toen was het toch wel even spannend; in ons mini auto'tje opnatte haarspeldbochtachtige (is dat een woord?) wegen. Gelukkig hadden we onze jaren 80-muzieklijst, een zak chips en elkaar. Zo kwamen we de tijd wel door. Port Douglas voelde een beetje als een anticlimax, van het mooie woud naar een saaie stad. Daarnaast zaten we in het vieste hostel tot dusver, we waren inmiddels wel wat stinkende keukens en luidruchtige roommates gewend, maar dit sloeg alles. De keuken rook je 10 km verderop nog en onze roommate produceerde slechte techno en weigerde een koptelefoon te dragen. Jammer maar helaas.

Omdat een van mijn reisvriendinnen plotseling ernstig ziek werd, reden we die avond nog terug naar Cairns, naar de emergency. Na die tijd hebben we nog twee weken in Cairns gespendeerd, terwijl onze vriendin in het ziekenhuis lag. Dit voelde aan de ene kant als afwachten, maar aan de andere kant had ik deze tijd met elkaar niet willen missen. Het maakt wel dat ik met een dubbel gevoel op onze tijd in Cairns terugkijk. Na drie weken ga je je ergens toch thuis voelen, ook al is het niet de meest mooie stad en is er niet heel veel te doen, het was ons plekje. Maar wel ons plekje waar we weg wilden.

Renske en ik hebben, na die tijd, samen een campervan gehuurd en zijn daarmee van Cairns naar Brisbane gereden. Twee onervaren kampeerders in een goedkope Jucy van, dat kan nooit goed zijn gegaan (schijn bedriegt, we zijn veilig en hebben nog steeds ons rijbewijs). Ik wilde acht weken in een verhaal beschrijven, maar dat bleek toch iets te hoog gegrepen. De volgende keer meer over de avonturen van Rens en Jan (spreek uit op z'n Engels dan rijmt het op van) in hun Jucy van.

Cheers!

Welkom op mijn Reislog!

Hey hoi, welkom op mijn blog!

Na twee maanden in Aus heb ik eindelijk de tijd gevonden een blog te creëeren. Haha, grapje natuurlijk. Ik weet niet waarom, maar vandaag voelde als de ideale dag om een bibliotheek op te zoeken en eens wat belevenissen op te schrijven. Eindelijk.

Vanaf nu zal ik met enige regelmaatverhalen en foto'splaatsen, via de kaart weet je waar ik me ongeveer bevind. Meer informatie over de reis die ik maak vind je in het profiel.

Als je automatisch een mailtje wilt ontvangen wanneer ik een verhaaltje of wat foto's plaats, kun je je aanmelden door je mailadres in de rechterkolom achter te laten.

Leuk dat je met me meereist!

Cheers,

Janneke